Arjan van Baest (1969) werkt als componist, dirigent en pianist/organist in kerk, concertzaal en theater. Hij is dirigent/muzikaal leider van de Dominicuskerk in Amsterdam en concertkoor Cantiqua Concert in Tilburg. Hij is een van de vaste pianisten van Dorine van der Klei. Met zanger Jelle Leistra vormt Arjan het duo ‘Leistra en Van Baest’, dat zich vooral toelegt op de liedjes van Harry Bannink. Samen met Evert van Merode is Arjan het artistieke hart van Stichting Muziek Nu. Sinds 2019 bestaat ook Stichting Muziekwerk, bedoeld voor de realisering van muziek(theater)projecten van Arjan.
Voor het theater schreef Arjan de muziek voor ‘Lodewijk Napoleon in Brabant’, ‘Mingo’, ‘Een wintervertelling’, ‘Muze van mijn hart’, ‘Pleisketier – de musical’ en de kameropera ‘Diva’. Verschillende composities van Arjan zijn opgenomen op cd: koorwerken op ‘Pro Luce’ (2013), kleinkunstliedjes op ‘Lezen in bed’ (2017), liturgische muziek op ‘Licht en liefde’ (2018), kamermuziek op ‘Dromen op muziek’ (2018) en pianomuziek op ‘Piano Works’ (2020).
Arjan studeerde compositie bij Kees Schoonenbeek, koordirectie bij Louis Buskens (cum laude) en orkestdirectie bij Arjan Tien. Aan de Universiteit van Tilburg promoveerde hij op een proefschrift over muziek, tekst en betekenis.
Partituren van composities van Arjan zijn verkrijgbaar op Sonolize.
Vitae Catherinae
‘Vitae Catharinae’ is een vage impressie van fragmenten uit het leven van Catherina van Alexandrië, de patroonheilige van de Eindshovense Stadskerk St Catharina. De compositie bestaat uit drie op zichzelf staande delen die los van elkaar kunnen worden uitgevoerd. De drie delen zijn elk geschreven voor een van de drie orgels in de Catharinakerk.
1. Prex (‘gebed’). Geschreven voor het Don Bosco-orgel met een origineel front uit 1667 en historisch pijpwerk. Drie rijk versierde gregoriaanse melodieën die zijn verbonden aan de feestdag van St. Catharina (25 november) worden begeleid door vervreemdende harmonieën. Vanuit de verte zingt een stem de bede ‘Sancta Catherina, ora pro nobis’ op een melodie die ontleend is aan de cantus firmus van het motet ‘Gaude prole regia/Sancta Catharina’ van Lloyset Compère.
2. Rota (‘rad’). Geschreven voor het hoofdorgel, lange tijd het grootste orgel van Nederland. Dit deel is een impressie van het martelwerktuig waarop Catharina geradbraakt moest worden, maar dat in stukken uiteen spatte zodra zij het rad aanraakte. Volgens sommigen is de naam ‘Catherina’ ontleend aan het Griekse woord ‘Katharos’ (‘puur’). De letters van dit woord heb ik omgezet in een muzikale formule die in verschillende gedaantes steeds weer terugkeert in dit korte stuk dat zo luid mogelijk gespeeld dient te worden.
3. Rosa (‘roos’). In the 17e eeuw schreef Sor Juana Inés de la Cruz het gedicht ‘Rosa Alejandrina’, een reeks mystieke emblematische aanroepingen van de heilige Catharina. Het werk is geschreven voor sopraansolo en het altaarorgel van de Catharinakerk. De trompetsolo in de orgelpartij kan worden gespeeld op een trompetregister van het orgel of door een echte trompet. ‘Rosa’ is opgedragen aan trompettist Jose Pérez; hij en zijn moeder spraken het gedicht van De la Cruz in, en zij leverden daarmee een belangrijke bijdrage aan de compositie en de vocale uitvoering van het stuk.