Evert van Merode (1980) studeerde piano aan het Fontys Conservatorium Tilburg bij Joop Celis en Bart van de Roer. Tegelijkertijd studeerde hij cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Hij volgde lessen compositie bij Willem Jeths in Amsterdam. De afgelopen jaren componeerde hij voornamelijk koorwerken (waaronder kerkmuziek) en kamermuziek.
Naast zijn werkzaamheden als dirigent van twee koren in Tilburg (Kleinkoor XingNu) en Utrecht (Gemengd Koor Nootabene) wordt hij regelmatig gevraagd als begeleider van koren en solisten. Al van jongs af aan is hij actief als kerkmusicus. Sinds eind 2019 is hij pianist/organist in de Dominicusgemeente in Amsterdam. Momenteel volgt hij orgellessen bij de Eindhovense organist Ruud Huijbregts.
Partituren van composities zijn verkrijgbaar via de webwinkel van www.sonolize.com
Reliques – Aria
Traces de Catherine (d’Alexandrie) – voor orgel en sopraan solo
Catharina van Alexandrië (287-305 AD)
– Egyptische Koningsdochter
– De Grote Martelares
– Patrones van Eindhoven
– Noodhelper bij ademnood
Hoewel er van een programmatische opzet in het eerste deel van dit tweeluik niet echt sprake is, zijn er wel degelijk bepaalde muzikale elementen in ‘Reliques – Aria’ die een beschrijvend of verwijzend karakter hebben. Sommige motieven refereren aan de legendarische persoon Catharina, maar ook naar de stad Eindhoven (de noten van de sopraan-aanhef ‘Sancta Catharina, ora pro nobis’ zijn gebaseerd op de letters van de naam van de stad). De toon ‘E’ is trouwens begin en eindpunt van het stuk.
Flarden van gregoriaanse melodieën (of imitaties daarvan) zijn her en der te horen en een niet onbelangrijke rol is weggelegd voor een soort frygische toonladder, een toonladder die in de antieke Egyptische muziek zou zijn gebruikt. Kortom: sporen van ‘leven en werk’ van de Heilige Catharina zijn terug te horen in de orgelklanken. Alsof de verschillende muzikale gebaren in het stuk ‘relieken’ zijn; herinneringen en (weliswaar ontastbare) overblijfselen die in relatie staan tot de heilige Catharina.
Het orgelstuk ‘Reliques’ kent een tweetal grote climaxen, mogelijk erupties die verwijzen naar Catharina’s vurige (misschien wel wat bijdehante) betoog over de ware menswording van Christus ten overstaan van de ‘wijze mannen’ van Alexandrië. De hierop volgende scène van de marteldood van de adellijke maagd kan worden teruggehoord in de wrange orgel-akkoorden die af toe doorklinken. Gods Geest die het volgens de diverse legenden moest zijn geweest die in het wijze meisje sprak, klinkt door in het gregoriaanse ‘Veni creator spiritus’, vlak voordat er naar de 2e climax wordt toegewerkt.
Voor de korte ‘Aria’, een gezongen gebed tot Catharina, heb ik twee verzen genomen uit de tekst van een motet uit 1501 van de Franco-Vlaamse componist Loyset Compère (ca. 1445 – 1518). Hij schreef dit motet bij gelegenheid van de aankomst van Philips de Schone in Parijs op 25 november – de gedenkdag van de Heilige Catharina van Alexandrië.